top of page
Zoeken
  • Kemal Rijken

Onrust onder Roma en Sinti, plan voor adviesraad dreigt spaak te lopen - Trouw

Een landelijke raad voor Roma en Sinti dreigt te kapseizen nog voor die van start is gegaan. De gemeenschap is zeer moeilijk te verenigen. Door Kemal Rijken en Petra Vissers.


De Sinti- en Roma-gemeenschap is zo verdeeld dat een landelijke adviesraad die hun belangen moet behartigen dreigt te stranden voor die goed en wel begonnen is. Verschillende sleutelfiguren en belangrijke organisaties zeggen niet gehoord te zijn in een onderzoek dat het Verwey Jonker Instituut doet naar zo’n raad. Zij vrezen dat subsidiegeld voor de hele gemeenschap terecht zal komen bij een beperkt aantal families. Ook steekt het dat het onderzoek betaald wordt met belastinggeld dat de gemeenschap kreeg vanwege de Roma- en Sinti-slachtoffers in de Holocaust.


Het onderzoek is ingegeven door de wens van Sinti en Roma om gehoord te worden en invloed te hebben op het regeringsbeleid. Een eerder landelijk instituut voor Sinti en Roma gaf al advies, maar werd in 2012 opgedoekt omdat het niet functioneerde en omdat de gemeenschap zich er niet door vertegenwoordigd voelde. Maar tegen die tijd waren er al miljoenen uitgegeven van de schadevergoeding die premier Wim Kok in 2000 toekende vanwege de Holocaust. Dat ging tot verdriet van Sinti en Roma niet alleen naar projecten voor de gemeenschap, maar ook naar salarissen en de huur van het pand.


Wantrouwen

De periode van voor 2012 heeft gezorgd voor veel wantrouwen, zowel onderling als richting de overheid. Vanwege allerlei persoonlijke twisten heerst er al generaties lang animositeit binnen de gemeenschap, en dat is verergerd door conflicten over de besteding van het smartegeld – destijds een bedrag van 30 miljoen gulden (13,6 miljoen euro) waar nog een paar miljoen van over is. Een deel van de Sinti en Roma is er ook van overtuigd dat bepaalde families meer kans maken op geld voor hun projecten dan andere.


Dit alles wreekt zich nu er opnieuw wordt gesproken over een landelijke adviesraad. Lalla Weiss en Amet Jasar­­, twee Sinti en Roma die in het projectteam van het ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport zitten dat het onderzoek van het Verwey Jonker Instituut aanstuurt­­, liggen niet goed bij dit deel van de gemeenschap. Daar komt bij dat ook Stichting ARQ, opdrachtgever van het onderzoek en vertegenwoordigd in het projectteam, op veel wantrouwen kan rekenen – onder meer omdat binnen ARQ geen Sinti en Roma actief zijn.


Volgens Mila Bihari van de Roma in Utrecht passen het onderzoek en het idee van een landelijke adviesraad niet bij de doelgroep. “Elke lokale Roma-organisatie is anders en elke situatie is anders”, legt ze uit. “Als je al een adviesorgaan opzet, moet je al die lokale clubs erbij betrekken. Zij moeten dan in de koepel komen. Je kan zo’n organisatie niet optuigen met een klein bestuur van een stuk of vier mensen.”


Uitsterfbeleid

Vertegenwoordigers van lokale organisaties zeggen niet door de onderzoeker te zijn benaderd. Een van hen is Nando Rosenberg van de Stichting Vervolgingsslachtoffers Sinti, die een groot deel van de Sinti in Limburg vertegenwoordigt. “Ik wist niet eens dat het Verwey Jonker Instituut bestond. Als u mij niet had gebeld, had ik van dat onderzoek niets af geweten.”


Ook de Nederlandse Roma Vereniging in Lelystad, de Roma in Nieuwegein, de Roma in Friesland en de Vereniging Sinti, Roma en Woonwagenbewoners Nederland zeggen niet of nauwelijks bij het onderzoek betrokken te zijn. Die laatste vereniging streed succesvol tegen het uitsterfbeleid voor woonwagenbewoners en heeft contact met ministeries. “Ze hadden mij kunnen googlen”, zegt voorvrouw Sabina Achterbergh. Na vragen van Trouw over het onderzoek is zij alsnog benaderd.


26 weergaven0 opmerkingen
bottom of page