Hebben we aan het einde van deze eeuw nog koningshuizen in Europa? Op die vraag zocht Kemal Rijken (42) een antwoord tijdens een drie jaar durend onderzoek naar de geschiedenis, uitdagingen en overlevingskansen van Europese monarchieën.
Op de eettafel in zijn Amsterdamse appartement staat een potje Marmite. De kruidenpasta, die in zowat iedere Britse keuken te vinden is, draagt al meer dan honderd jaar hetzelfde logo – van een kookpot. Toch veranderden het potje en de inhoud geleidelijk. Symbolisch voor hoe ook de monarchie zich moet aanpassen, vond de vorig jaar overleden koningin Elizabeth. Veranderen met klein stapjes, haast niet merkbaar, zodat het instituut vertrouwd blijft.
Met de Marmite-theorie vormt de Britse vorstin een voorbeeld voor Europese staatshoofden, stelt Rijken. Donderdag verscheen zijn boek ”Monarchie”, een 500 pagina’s dikke pil waarin hij de ontwikkeling beschrijft die vorstenhuizen doormaakten van de Tweede Wereldoorlog tot nu.
„Welke fratsen haar kinderen ook uithaalden, Elizabeth bleef dezelfde. En toch stond ze altijd open voor verandering”, legt de auteur uit. Zo ging de koningin akkoord met een voorstel dat Harry en Meghan in Zuid-Afrika zouden gaan wonen. Op die plek konden ze een rustiger leven leiden en tegelijk het Gemenebest vertegenwoordigen. Het paar zag van het plan af nadat media er lucht van hadden gekregen.
„Die houding heeft Elizabeth tijdens haar hele koningschap gehad”, zegt Rijken, terwijl hij zijn laptop openklapt. Op het scherm verschijnen beelden van de documentaire Royal Familiy waarin de Queen het volk een blik achter de paleisdeuren gunt. Een unicum, want voor 1969 was nog nooit een Europese koninklijke familie van zo dichtbij met de camera gevolgd. Voor de monarchie betekende de primeur een kijkcijferkanon: miljoenen Britten zagen de film.
Ook William en Catherine passen de formule van Elizabeth volgens Rijken goed toe. „Ze gedragen zich waardig, maar hebben tegelijk oog voor de nieuwe generatie.”
Huwelijken
De monarchie fascineert de politicoloog en historicus al van jongs af aan. Hij ziet het instituut als „een haar in de boter van de democratie”. Dat het staatshoofd niet wordt gekozen, is immers iets van vroeger tijden. Hoewel Rijken „met een open blik” aan zijn onderzoek begon, stond de auteur aanvankelijk vrij sceptisch tegenover de monarchie. „Dat is me alles meegevallen. Koninklijke huizen bleken professionele organisaties die oprecht iets goeds willen doen voor de samenleving.”
Voor zijn onderzoek vergeleek Rijken verschillende monarchieën. Hij laat zien hoe huwelijken het aanzien van een koningshuis kunnen maken of breken. Hij vertelt hoe vorsten de afgelopen tachtig jaar omgingen met dekolonisatie, coups, het verlies van macht en invloed, met de media, financiën en schandalen. Ook onderzocht de auteur de rol die verschillende vorsten speelden in de Tweede Wereldoorlog. Opvallend: monarchen die hun eigen land niet ontvluchtten, konden vaak meer voor Joodse burgers betekenen.
Aan de orde komt verder hoe staatshoofden in de Benelux politieke invloed probeerden uit te oefenen. Koningin Beatrix twijfelde aanvankelijk over haar handtekening onder de euthanasiewet, iets wat groothertog Henri van Luxemburg weigerde. Beatrix’ weerstand werd echter weggenomen door D66-minister Els Borst, met wie ze hospices en centra voor palliatieve zorg bezocht.
Vooral in Scandinavische landen staat de monarchie niet ter discussie. Hoe komt dat?
„Het koningshuis zit daar dieper in het DNA van de samenleving. Mensen hechten meer aan de eigen identiteit dan bijvoorbeeld Nederlanders. Hier doen we al snel lacherig over onze koning die op Prinsjesdag in een koets rijdt. Verder hebben Scandinavische landen in de sportwereld minder idolen. Ze zullen niet snel wereldkampioen worden, om maar iets te noemen.”
De acceptatie heeft dus vooral met de bevolking te maken, niet zozeer met de koninklijke familie zelf?
„Ook het gedrag van de familie zelf doet ertoe. De populariteit van de Zweedse koning Carl VXI Gustaf daalde behoorlijk, toen in 2010 zijn seksuele escapades aan het licht kwamen. In de jaren daarna is dat weer enigszins hersteld. Ook de waarderingscijfers over de Oranjes zijn de laatste jaren zorgelijk. Maar die kunnen eveneens weer omhoog gaan. Het koningschap is geen sprint, maar een marathon.”
U stelt dat het goed zou zijn als de Nederlandse monarchie zich naar Zweeds voorbeeld transparanter opstelt. Hoe dan?
„De Zweedse koninklijke familie geeft gemiddeld meer dan veertig interviews per jaar. Grotendeels aan kleine magazines of lokale blaadjes, bijvoorbeeld bij een streekbezoek. Onlangs werd ons koningspaar uitbundig onthaald in de Gelderse Vallei. Willem-Alexander had toen best een kort interview aan De Gelderlander kunnen geven.
Verschil is dat de Zweedse koning geen deel uitmaakt van de regering. Hij is dus vrijer om te zeggen wat hij wil. Toch doet hij dat niet, want op termijn zou dat zijn positie kunnen aantasten. Als het Nederlandse koningshuis opener wil worden, hoeft de wettelijke positie van de koning niet eerst aangepast te worden. De koning moet zijn woorden alleen afstemmen met het kabinet.”
In het hoofdstuk over prins-gemalen laat u zien de problematische positie van prins Claus en de Deense Henrik zien. Welke lessen kunnen koningshuizen daaruit trekken voor toekomstige echtgenoten van bijvoorbeeld Amalia, Elisabeth (België) en Leonor (Spanje)?
„Claus en Henrik hadden voor hun huwelijk een diplomatieke carrière in het verschiet. Ze werden echter slachtoffer van het systeem. Henrik had geen rol en kreeg geen toelage; hij mocht feitelijk niks. Zelfs om sigaretten moest hij bedelen bij zijn vrouw. Ook Claus had moeite met zijn beperkte takenpakket en belandde in een depressie.
Over de rol van toekomstige prins-gemalen moet goed worden nagedacht. Zorg dat zij iets inhoudelijks kunnen doen. En laten we hen als samenleving ook de ruimte geven om te groeien in die rol. Nieuwe prinsen moeten fouten kunnen maken, zeker in een tijd waarin overal filmpjes van worden gemaakt. Er kunnen zomaar beelden opduiken waarin zo iemand als student beschonken op een feestje stond.”
Wat kan een goede invulling zijn? Een inhoudelijke bijbaan, zoals koningin Máxima heeft bij de Verenigde Naties, maakt haar volgens u ook „kwetsbaar”.
„Máxima werd het middelpunt van een politiek debat na een ontmoeting met de omstreden Saoedische kroonprins Mohammad Bin Salman. Dat hoorde echter bij haar werk. De ophef zegt vooral iets over het klimaat waarin we leven, waarin incidenten steeds vaker het hele verhaal lijken te vormen. Koningin Mathilde van België is ook actief voor de VN, maar dan als ambassadeur voor goede doelen. Een representatieve rol maakt minder kwetsbaar.”
In veel koningshuizen zorgt de reserveopvolger voor problemen: Andrew en Harry in Groot-Brittannië, Märtha Louise in Noorwegen, Joachim in Denemarken, Laurent in België. Valt dat te voorkomen?
„Vaak wordt de nummer twee letterlijk gezien als de reserve en ook als zodanig behandeld. Ik denk dat hun rebelse gedrag daar deels mee samenhangt. Er is vaak geen plan voor de invulling van hun leven. Ze worden een beetje aan hun lot overgelaten. Zodra de oudere broer of zus kinderen krijgt, raakt de nummer twee irrelevant.
Nederland heeft dit bij prinses Margriet en prins Constantijn goed opgepakt. Ik denk dat Margriet het oprecht leuk vindt om zich in te zetten voor het Rode Kruis en gehandicapten. Ook Friso en Constantijn mochten studeren wat ze wilden en konden zich toeleggen op eigen passies. Investeer dus in deze prinsen en prinsessen, geef hen taken en maak ze goed zichtbaar.”
Willem-Alexanders generatie combineert een luxueuze levensstijl met een steeds ‘gewoner’ en toegankelijk profiel, schrijft u. Kan benaderbaarheid juist tegen hen werken?
„Jazeker. Deze generatie heeft meer vrijheden gekregen dan die hun ouders ooit gehad hebben. Dat is een vloek en een zegen. Enerzijds horen ze tot een rijke, kosmopolitische groep die een jetsetleven leidt. Dat accepteert niet iedereen. Anderzijds kunnen ze makkelijker gewoon zijn onder gewone mensen. Punt is: ze zíjn niet gewoon.
Voor deze generatie is het niet makkelijk dat hun privéleven door bijvoorbeeld online media sneller dan vroeger naar buiten komt. Vroeger was dat anders. Pas toen koningin Beatrix in 1987 hersenvliesontsteking kreeg, wist men dat ze op het schip van Freddy Heineken zat. Tegenwoordig zou dat sneller gaan, doordat mensen hun telefoon pakken en filmpjes op sociale media plaatsen. Het glazen huis is van één- naar driedimensionaal gegaan.”
In welk land verwacht u dat de monarchie als eerste zal verdwijnen?
„Spanje is een kandidaat, want in het verleden is daar nooit een apart referendum over de monarchie geweest. Juan Carlos werd na de dood van dictator Franco neergezet als het nieuwe staatshoofd. Eind jaren zeventig stemden de Spanjaarden over de grondwet, een totaalpakket waar de monarchie onderdeel van uitmaakte. Een meerderheid koos voor de democratie en nam de monarchie daarbij voor lief. Juan Carlos werd lang gezien als redder van de democratie.”
Dat beeld sloeg radicaal om toen een beerput over zijn gedrag openging. Opvolger Felipe trekt nu alles uit de kast om het tij te keren, maar dat verandert weinig aan de waardering voor het koningshuis. Een verloren zaak?
„De kern van het probleem zit ’m in het draagvlak dat middels een referendum gegeven had moeten worden. Tegelijkertijd maken mensen de monarchie. Het valt mij op dat Felipe veel afgeschermde bijeenkomsten bezoekt en zich niet zozeer onder de mensen begeeft. Ook voor hem geldt: het koningschap is geen sprint, maar een marathon. Misschien weet zijn dochter Leonor straks weer de harten voor zich te winnen.”
Wat vormt volgens u de grootste bedreiging voor de monarchie anno 2023?
„Schandalen. Als het koningshuis betrokken is bij iets wat iedereen schandalig vindt, dan zal de bevolking dat niet accepteren.”
Een Lockheedaffaire, zoals onder Juliana en Bernhard, zou de Nederlandse monarchie niet meer overleven?
„Moeilijk, inderdaad.”
Hoe zit dat met de Griekenlandvakantie in coronatijd, die de bevolking het koningspaar nog steeds nadraagt?
„Ik denk niet dat die reis op lange termijn het verschil maakt. Zeker, het is schadelijk geweest en resoneert door in de waarderingscijfers. Maar het tij kan keren. In de jaren zeventig was ons koningshuis ook niet geliefd, in de jaren tachtig en negentig weer wel. Die lage waardering nu heeft ook alles te maken met de gevoelens in de samenleving. Mensen zien dat het land dreigt vast te lopen en houden de bestuurderspartijen en de koning daarvoor verantwoordelijk. Die vertrouwenscrisis is niet zomaar opgelost.
Daarbij komt dat jongeren de monarchie minder goed begrijpen. De koning doet er daarom goed aan om meer onderwerpen te omarmen die voor nieuwe generaties belangrijk zijn. Denk aan het verduurzamen van het wagenpark, stoppen met de jacht of het diverser maken van het hofpersoneel. Eigenlijk wat Elizabeth deed met de Marmite-theorie.”
Monarchie. Koningshuizen in Europa vanaf 1940, geschiedenis, uitdagingen en overlevingskansen; uitg. Ambo|Anthos, 2023; 536 blz.; € 34,99.
Comments