Minder polarisatie: lessen uit Duitsland (NRC, essay)
- Kemal Rijken
- 23 okt
- 4 minuten om te lezen
Haagse politici zeggen niet te willen polariseren, maar in de praktijk gebeurt dat toch. En hoe moeten we verder na de verkiezingen? Kemal Rijken ziet hoe de Duitse samenleving het wezenlijk anders aanpakt.
'In de Tweede Kamer vond onlangs het debat over de Malieveld-rellen plaats. De boodschap: polariseren willen wij niet meer. BBB-voorvrouw Caroline van der Plas zette haar beste beentje voor. Ze nodigde iedereen uit om koffie te drinken, maar daar gingen alleen de SGP, VVD en ChristenUnie op in. Vervolgens reed ze echter een scheve schaats door middels een motie op te roepen om een asielstop af te dwingen met noodrecht, iets wat ex-asielminister Marjolein Faber vorig jaar al had geprobeerd en nu wederom controverse opriep in de Kamer. Mirjam Bikker (ChristenUnie) stelde nog een Kamerbrede verklaring op tegen rechtsextremisme, maar die weigerden D66, GroenLinks-PvdA, de SP en PvdD te tekenen omdat de PVV en FvD hem ook wilden steunen. En zo rolde iedereen door naar het verkiezingsreces.
Het laatste Kamerdebat toont aan dat Haagse politici, als het erop aankomt, niet open staan voor elkaar. In plaats van een redelijk, inhoudelijk debat te voeren, kiezen ze voor confrontatie en tegenstellingen. Die methode is echter on-Nederlands, omdat we een consensusdemocratie zijn waarin de macht altijd tussen verschillende partijen moet worden gedeeld en compromissen onontbeerlijk zijn.
Het woord polarisatie valt vaak en je kunt daar op allerlei manieren tegenaan kijken, maar het gaat fout als er sprake is van affectieve polarisatie. Daarbij wordt de persoon met een tegenovergestelde mening weggezet of ontmenselijkt. In zoān klimaat, waarin we nu zitten, wordt het lastig de ander te zien of te horen en om tot consensus te komen. Om deze negatieve polarisatiespiraal in te dammen moeten partijen een politiek voeren waarin samenwerking vooropstaat en met trots uitgedragen wordt. Het adagium āwie het niet met ons eens is, deugt niet en is tegen onsā moet worden afgedankt. Een ander het voordeel van de twijfel gunnen is nodig om een duw te geven aan de Nederlandse formule van samenwerken en compromissen sluiten.
Maar hoe komen we daar?
Goede inhoudelijke vragen
In het onderzoek voor mijn boek Verbind en Heers keek ik naar oplossingen voor polarisatie in de politiek, media en samenleving in binnen- en buitenland. Een aantal daarvan ligt in Duitsland. Neem de wijze waarop het parlementaire debat in de Bondsdag wordt gevoerd. Anders dan in Den Haag, waar debatten te pas en te onpas worden onderbroken door interrupties, moeten parlementariƫrs in Berlijn tijdens het debat toestemming krijgen om te interrumperen van degene die een voordracht houdt. Soms neemt die de vraag aan en soms weigert die hem. Dat laatste kan niet te vaak, want dat wordt als onbeleefd beschouwd. Tegelijkertijd moet de vragensteller inhoudelijk van goeden huize komen, want vragen vallen door het geringe aantal veel meer op.
De Duitse spelregels in het parlementaire debat zorgen voor meer rust, waardoor de discussie meer op de inhoud wordt gevoerd. Duidelijkheid komt in Berlijn voort uit inhoud en niet uit bekvechten of harde oneliners tijdens vele interrupties, zoals in onze Tweede Kamerdebatten het geval is.
Ook in de Duitse media wordt het debat anders gevoerd. De talkshows nodigen daar eveneens politici uit, maar zijn ernstiger en zitten veel meer op de inhoud. In de Duitse verkiezingscampagne van begin dit jaar werd ruim baan gegeven aan inhoudelijke gesprekken en debatten. Alle relevante lijsttrekkers werden lang en inhoudelijk aan de tand gevoeld. Diepgaande vraaggesprekken van drie kwartier tot een uur waren doodnormaal. Het leverde ook bijna altijd nieuws op. In die zin kunnen Nederlandse talkshows veel leren van de Duitse. Politiek en democratie zijn geen spelletje, dat weten ze in Duitsland maar al te goed.
De belangrijkste les ligt op school. Onderwijs vormt de basis van vorming tot volwaardige, democratische burgers, zo is de gedachte. In Duitsland staan politiek, democratie, publiek debat, burgerschap en maatschappij centraal in de vakken Sozialkunde (maatschappijleer) en Politische Bildung (politieke vorming). Deze themaās komen ook sterk terug bij verplichte vakken als Duits, geschiedenis, aardrijkskunde, economie, levensbeschouwing en ā in het beroepsonderwijs ā PƤdagogikunterricht (pedagogische lessen).
Antwoorden onderbouwen
Om te ontdekken hoe het er in Duitsland in de les aan toe gaat, bezocht ik verschillende Duitse middelbare scholen. In de klas worden leerlingen uitgedaagd om zelfstandig na te denken. Leraren vragen door en prikkelen ze om hun antwoord inhoudelijk te onderbouwen. Toetsen kennen geen meerkeuzevragen. Aan leerlingen worden open vragen gesteld, waardoor ze zelf moeten nadenken over het antwoord. Ook wordt verwacht dat ze, waar nodig, kritiek geven op de inhoud.
Daarnaast telt de retorische en sociale ontwikkeling zwaar. Meedoen is belangrijk. Er wordt goed gekeken naar hoe een leerling zich presenteert en tot de groep verhoudt ā of iemand meedoet, iets kan overbrengen, zich inzet en welke kwaliteit die bijdrage heeft ā en of de leerling zaken zelfstandig kan beoordelen, rekening met anderen kan houden en kennis tot zich wil nemen die verdergaat dan wat er geleerd is.
In Nederland is āburgerschapā al jaren een modewoord, maar uit onderzoek van de onderwijsinspectie blijkt dat slechts 25 procent van de middelbare scholen goed burgerschapsonderwijs geeft. 75 procent presteert onder de maat. We kunnen de Duitse methode daarom gebruiken als basis voor een Nederlandse methode, waarin scholieren leren wat een goed democratisch debat inhoudt. Uiteindelijk moet een samenbindende, sociale identiteit in Nederland leidend zijn om affectieve polarisatie te kunnen indammen.
Een maatschappij kan niet alleen worden vormgegeven door de top van de politiek, journalistiek, cultuur, wetenschap en het bedrijfsleven. We moeten daarom allemaal werken aan een samenleving waarin we openstaan voor de ander zonder te oordelen, we ons inzetten voor de gemeenschap zonder er iets voor terug te vragen, en het algemeen belang de leidraad vormt. Dat moet in ons burgerschapsonderwijs de leidraad vormen om te voorkomen dat polarisatie de norm wordt voor het democratische debat.
Kemal Rijken is historicus en politicoloog, en auteur van het deze maand verschenen Verbind en Heers, hoe Nederland kan ontsnappen aan polarisatie.'






Opmerkingen